VRAAG EN ANTWOORD

Hierbij geven we in het kort een antwoord op de belangrijkste vragen over het sectoraal pensioenplan WOOD-Life. Deze vragen worden later nog aangevuld met veel voorkomende vragen die aan de helpdesk gesteld worden.

Wie valt onder dit plan?

Arbeid(st)ers van 21 jaar worden.

Voor deze aansluiting moet u zelf niets doen: die verloopt automatisch. De aansluiting betekent dat voor u een individuele rekening wordt geopend, waarop bedragen worden gestort.

Wat wordt er voor u gestort?

Op 1 december van elk jaar stort de sector een bedrag op uw individuele rekening.

Dat bedrag kan uit drie stukken bestaan:

  • Een bepaald percentage van het referteloon dat u verdiende in de periode van 1 juli tot 30 juni. Het percentage bedraagt 0,69 of 1,15%, afhankelijk van de vraag of u minstens 10 getrouwheidspremies heeft ontvangen. Het referteloon vindt u op de getrouwheidspremie.
  • Een gelijkstelling voor bepaalde dagen waarvoor u geen loon ontvangt: het gaat om dagen tijdelijke werkloosheid en arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, ongeval of arbeidsongeval.
  • Een sectorale premie voor wie blijft werken, nadat hij of zij voldeed aan de voorwaarden van het sectoraal brugpensioen (dus ten vroegste vanaf uw 58ste)

Het is de sector die alles betaalt via de sociale bijdragen van uw werkgever. Zelf hoeft u niets te betalen.

Wat levert dat op?

Wat op uw individuele rekening staat brengt elk jaar natuurlijk ook iets op. Die opbrengst bestaat uit een gegarandeerde intrestvoet (0,75 %), aangevuld met eventuele winstdelingen.

Hoe weet u wat er op uw rekening staat?

Elk jaar na 1 janurai zal u een pensioenfiche ontvangen.

Op deze pensioenfiche vindt u een overzicht van de reserves en de prestaties van uw individuele rekening.

Hier vindt u een voorbeeld van zo een pensioenfiche.

Wanneer krijgt u het op uw rekening gespaarde bedrag?

U zal over uw aanvullend pensioen kunnen beschikken op het ogenblik dat u effectief met pensioen gaat. U kan dit krijgen als een kapitaal of als een rente.

Als u voor deze leeftijd zou overlijden hebben uw erfgenamen recht op het opgespaarde bedrag. Als u zou overlijden tijdens uw beroeps actieve loopbaan zal de sector 750 euro extra toevoegen aan dat bedrag.

De uitbetaling gebeurt na inhouding van belastingen. Als vuistregel kan men stellen dat bij de uitbetaling als kapitaal ongeveer 80% van het opgespaarde bedrag overblijft (huidige stand van de wetgeving).

Meer details en een uitgewerkt voorbeeld vindt u hier.

Wat gebeurt er als ik van werkgever verander?

Als u van werkgever verandert, maar uw nieuwe werkgever ook onder het paritair comité 126 voor de Stoffering en de Houtbewerking valt, dan verandert er niets. U blijft gewoon aangesloten in het sectoraal pensioenplan “WOOD-Life”.

U moet dan wel uiterlijk op de laatste dag van het derde kwartaal dat volgt op de uitdiensttreding bij de eerste werkgever bij uw nieuwe werkgever in dienst zijn. Is dat niet het geval, of valt uw nieuwe werkgever niet onder het paritair comité 126, dan heeft u de sector verlaten.

Wat heeft het verlaten van de sector voor gevolgen voor mijn sectoraal
aanvullend pensioen?

Als u minstens één jaar in het sectoraal pensioenplan aangesloten bent geweest, dan is wat er op uw rekening gespaard is van u. Als u de sector verlaat, kan u dan zelf beslissen wat u hiermee doet.

U kan het gespaarde bedrag ofwel gewoon laten staan, ofwel overdragen naar een andere instelling voor aanvullend pensioen, ofwel overdragen naar de onthaalstructuur van de verzekeringsmaatschappij Allianz. Het kapitaal wordt u in elk geval pas op uw 65ste uitbetaald.

Waarom is er een overgangsregeling en wat houdt ze precies in?

Het sectoraal pensioenplan voorziet dat jaar na jaar bepaalde sommen worden gestort, die samen een rendement opleveren. Indien dit voldoende jaren na elkaar kan gebeuren zal dit een interessant pensioenvoordeel opleveren.

Zij die al een zekere leeftijd hebben bereikt zullen misschien niet voldoende lang via dit nieuwe stelsel kunnen sparen. De sector laat hen echter niet in de kou staan en heeft voor hen een overgangsregeling uitgewerkt.

De overgangsregeling slaat op drie groepen arbeiders:

  • Zij die hun rustpensioen genomen hebben voor 1 januari 2008: op hen blijft in essentie het vroegere stelsel van “vergoeding aan gepensioneerden” van toepassing.
  • Zij die uiterlijk op 1 juli 2008 met sectoraal brugpensioen (vanaf 58 jaar) waren of aan de voorwaarden ervan voldeden maar verder zijn blijven werken.
  • Zij die op 31 december 2006 minstens 50 jaar zijn, en op die datum verbonden waren met een arbeidsovereenkomst en minstens 15 getrouwheidspremies hebben. Die leeftijd wordt zelfs verlaagd tot 48 jaar voor arbeiders die op 31 december 2006 25 getrouwheidspremies hebben.

De groepen 2 en 3 zullen op hun 65ste een extra som krijgen van het Fonds voor Bestaanszekerheid, in aanvulling op de sommen die zij hebben opgebouwd op hun eigen individuele rekening van het sectoraal pensioenplan.

Een uitgebreide beschrijving van de overgangsregeling vindt u hier.

Waar kan ik terecht als ik nog andere vragen heb, of een stand van zaken van mijn rekening wil kennen?

Voor al uw vragen, of inlichtingen over uw persoonlijk dossier, kan u contact opnemen met de sectorale helpdesk. U belt hiervoor naar het nummer 02/528.58.95.