Arbeid(st)ers van 21 jaar worden.
Voor deze aansluiting moet u zelf niets doen: die verloopt automatisch. De aansluiting betekent dat voor u een individuele rekening wordt geopend, waarop bedragen worden gestort.
Op 1 december van elk jaar stort de sector een bedrag op uw individuele rekening.
Dat bedrag kan uit drie stukken bestaan:
Het is de sector die alles betaalt via de sociale bijdragen van uw werkgever. Zelf hoeft u niets te betalen.
Wat op uw individuele rekening staat brengt elk jaar natuurlijk ook iets op. Die opbrengst bestaat uit een gegarandeerde intrestvoet (0,75 %), aangevuld met eventuele winstdelingen.
Elk jaar na 1 janurai zal u een pensioenfiche ontvangen.
Op deze pensioenfiche vindt u een overzicht van de reserves en de prestaties van uw individuele rekening.
Hier vindt u een voorbeeld van zo een pensioenfiche.
U zal over uw aanvullend pensioen kunnen beschikken op het ogenblik dat u effectief met pensioen gaat. U kan dit krijgen als een kapitaal of als een rente.
Als u voor deze leeftijd zou overlijden hebben uw erfgenamen recht op het opgespaarde bedrag. Als u zou overlijden tijdens uw beroeps actieve loopbaan zal de sector 750 euro extra toevoegen aan dat bedrag.
De uitbetaling gebeurt na inhouding van belastingen. Als vuistregel kan men stellen dat bij de uitbetaling als kapitaal ongeveer 80% van het opgespaarde bedrag overblijft (huidige stand van de wetgeving).
Meer details en een uitgewerkt voorbeeld vindt u hier.
Als u van werkgever verandert, maar uw nieuwe werkgever ook onder het paritair comité 126 voor de Stoffering en de Houtbewerking valt, dan verandert er niets. U blijft gewoon aangesloten in het sectoraal pensioenplan “WOOD-Life”.
U moet dan wel uiterlijk op de laatste dag van het derde kwartaal dat volgt op de uitdiensttreding bij de eerste werkgever bij uw nieuwe werkgever in dienst zijn. Is dat niet het geval, of valt uw nieuwe werkgever niet onder het paritair comité 126, dan heeft u de sector verlaten.
Als u minstens één jaar in het sectoraal pensioenplan aangesloten bent geweest, dan is wat er op uw rekening gespaard is van u. Als u de sector verlaat, kan u dan zelf beslissen wat u hiermee doet.
U kan het gespaarde bedrag ofwel gewoon laten staan, ofwel overdragen naar een andere instelling voor aanvullend pensioen, ofwel overdragen naar de onthaalstructuur van de verzekeringsmaatschappij Allianz. Het kapitaal wordt u in elk geval pas op uw 65ste uitbetaald.
Het sectoraal pensioenplan voorziet dat jaar na jaar bepaalde sommen worden gestort, die samen een rendement opleveren. Indien dit voldoende jaren na elkaar kan gebeuren zal dit een interessant pensioenvoordeel opleveren.
Zij die al een zekere leeftijd hebben bereikt zullen misschien niet voldoende lang via dit nieuwe stelsel kunnen sparen. De sector laat hen echter niet in de kou staan en heeft voor hen een overgangsregeling uitgewerkt.
De overgangsregeling slaat op drie groepen arbeiders:
De groepen 2 en 3 zullen op hun 65ste een extra som krijgen van het Fonds voor Bestaanszekerheid, in aanvulling op de sommen die zij hebben opgebouwd op hun eigen individuele rekening van het sectoraal pensioenplan.
Een uitgebreide beschrijving van de overgangsregeling vindt u hier.
Voor al uw vragen, of inlichtingen over uw persoonlijk dossier, kan u contact opnemen met de sectorale helpdesk. U belt hiervoor naar het nummer 02/528.58.95.