De overgangsregeling slaat op drie groepen arbeiders. Het criterium dat bepaalt tot welke groep een arbeider behoort is het tijdstip waarop hij de leeftijd van 65 jaar bereikt.
Voor elk van de drie groepen waarop de overgangsregeling van toepassing is, is vereist dat de laatste werkgever valt onder de sector van de Stoffering en Houtbewerking.
1. zij die hun rustpensioen genomen hebben voor 1 januari 2008. Op hen blijft in essentie het vroegere stelsel van “vergoeding aan gepensioneerden” van toepassing.
Deze gepensioneerde arbeiders krijgen van het FBZ gedurende 15 jaren een jaarlijkse rente. Het bedrag van die rente is afhankelijk van de anciënniteit in de sector, gerekend van datum tot datum.
Aantal loopbaanjaren bewezen op de datum van pensionering | Bedrag van de jaarlijkse rente |
0—9 | 0 |
10-14 | 247,89 € |
15-19 | 371,84 € |
20 of meer | 495,79 € |
Dit bedrag wordt jaarlijks uitbetaald in de maand juni onder afhouding van een bedrijfsvoorheffing van 11,33%.
2. zij die uiterlijk op 1 juli 2008 met sectoraal brugpensioen (vanaf 58 jaar) waren of aan de voorwaarden ervan voldeden maar verder zijn blijven werken
De arbeiders die uiterlijk op 1 juli 2008 (zijnde de datum van de inwerkingtreding van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel) het sectoraal brugpensioen genoten, of uiterlijk op deze datum voldeden aan de leeftijdsvoorwaarden en de sectorale anciënniteitsvoorwaarden ervan maar hun beroepsloopbaan als arbeider hebben verder gezet bij een werkgever die ressorteert onder het paritair comité 126, komen in aanmerking voor de overgangsregeling ‘bruggepensioneerden’.
Met (de voorwaarden van) sectoraal brugpensioen wordt een brugpensioen bedoeld vanaf de leeftijd van ten vroegste 58 jaar, dat, naast de door de algemene reglementering opgelegde anciënniteit als loontrekkende, tevens beantwoord aan de sectorale CAO’s ter zake, te weten:
Deze loopbaanvoorwaarden worden berekend van datum tot datum.
Het voordeel van deze overgangsregeling bestaat uit een kapitaal dat door het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Stoffering en de Houtbewerking wordt uitbetaald in het jaar waarin de betrokken arbeider de wettelijke pensioenleeftijd bereikt (momenteel 65).
De hoogte van het voordeel wordt bepaald in functie van de totale anciënniteit als arbeider (berekend van datum tot datum) - bij één of meer werkgevers die ressorteren onder het bevoegdheidsgebied van het PC 126 - op het ogenblik van de brug- of rustpensionering. De arbeiders die de voorwaarden vervullen om het recht op deze overgangsregeling te openen, ontvangen bij hun pensionering, maar ten vroegste in het jaar waarin ze 65 worden, een kapitaal gelijk aan de hierna vermelde bedragen:
Jaar waarin de arbeider 65 wordt | Bewezen loopbaan van | ||
15 tot 19 jaar | 20 tot 24 jaar | 25 jaar en meer | |
2008 | € 2.500 | € 3.500 | € 4.500 |
2009 | € 2.500 | € 3.500 | € 4.500 |
2010 | € 2.500 | € 3.500 | € 4.500 |
2011 | € 2.500 | € 3.500 | € 4.500 |
2012 | € 2.500 | € 3.500 | € 4.500 |
2013 | € 2.500 | € 3.500 | € 4.500 |
2014 | € 2.500 | € 3.500 | € 4.500 |
t.e.m. 01/07/2015 | € 2.500 | € 3.500 | € 4.500 |
Dit zijn bruto bedragen.
Het voordeel moet worden aangevraagd door de arbeider of zijn vakorganisatie.
3. zij die op 31 december 2006 minstens 50 jaar zijn, en op die datum verbonden waren met een arbeidsovereenkomst en minstens 15 getrouwheidspremies hebben. Die leeftijd wordt zelfs verlaagd tot 48 jaar voor arbeiders die op 31 december 2006 25 getrouwheidspremies hebben.
Deze overgangsregeling is van toepassing op de arbeiders die op 31 december 2006 verbonden waren met een arbeidsovereenkomst als arbeider bij een werkgever die ressorteert onder het bevoegdheidsgebied van het PC 126.
Om het recht op deze overgangsregeling te openen moet de arbeider bovendien op de datum van de inwerkingtreding van de WAP, zijnde 1 januari 2007, de leeftijd van minstens 50 jaar hebben bereikt, en op dat ogenblik gerechtigd zijn op minstens 15 uitbetaalbare getrouwheidspremies, uitgereikt door het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Stoffering en de Houtbewerking.
Komen eveneens in aanmerking voor deze overgangsregeling, de arbeiders die op 31 december 2006 verbonden waren met een arbeidsovereenkomst als arbeider bij een werkgever die ressorteert onder het bevoegdheidsgebied van het PC 126, en op de datum van de inwerkingtreding van de WAP, zijnde 1 januari 2007, de leeftijd van 48 of 49 jaar hebben bereikt, en op dat ogenblik gerechtigd zijn op minstens 25 uitbetaalbare getrouwheidspremies, uitgereikt door het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Stoffering en de Houtbewerking.
Het voordeel van deze overgangsregeling bestaat uit een kapitaal dat door het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Stoffering en de Houtbewerking wordt uitbetaald wanneer de betrokken arbeider de pensioengerechtigde leeftijd bereikt (momenteel 65) en op rustpensioen gaat.
De hoogte van het voordeel wordt bepaald in functie van de totale anciënniteit als arbeider (gerekend van datum tot datum) - bij één of meer werkgevers die ressorteren onder het bevoegdheidsgebied van het PC 126 - op de datum van 31 december 2006.
De arbeiders die de voorwaarden vervullen om het recht op deze overgangsregeling te openen, ontvangen een kapitaal gelijk aan de hierna vermelde bedragen:
Jaar waarin de arbeider 65 wordt |
Leeftijd op 31.12.2006 |
Bewezen loopbaan op 31.12.2006 | ||
Vanaf 02/07/2015 | 56 jaar | € 2230, indien minstens 15 jaar |
€ 3230 indien minstens 18 jaar |
€ 4230, indien minstens 23 jaar |
2016 | 55 jaar | € 1945, indien minstens 15 jaar |
€ 2945 indien minstens 17 jaar |
€ 3945, indien minstens 22 jaar |
2017 | 54 jaar | € 1640, indien minstens 15 jaar |
€ 2640 indien minstens 16 jaar |
€ 3640, indien minstens 21 jaar |
2018 | 53 jaar | - | € 2320 indien minstens 15 jaar |
€ 3320, indien minstens 20 jaar |
2019 | 52 jaar | - | € 1985 indien minstens 15 jaar |
€ 2985, indien minstens 19 jaar |
2020 | 51 jaar | - | € 1630 indien minstens 15 jaar |
€ 2630, indien minstens 18 jaar |
2021 | 50 jaar | - | € 1255 indien minstens 15 jaar |
€ 2255, indien minstens 17 jaar |
2022 | 49 jaar | - | - | € 1860, indien minstens 25 jaar |
2023 | 48 jaar | - | - | € 1445, indien minstens 25 jaar |
Dit zijn bruto bedragen.
Het voordeel moet worden aangevraagd door de arbeider of zijn vakorganisatie.